Fioretti College Veghel

Oefentoets 5.2

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo kLeerroute VKLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Westblok
Oostblok
Sleep elk begrip naar het juiste blok.
dictatuur
planeconomie
kapitalisme
communisme

Slide 5 - Sleepvraag

Geef twee redenen waarom de tegenstellingen tussen Oost en West groeiden in de periode na de Tweede Wereldoorlog.

Slide 6 - Open vraag

Het oostelijk deel van Duitsland kreeg na de verdeling in Oost en West de naam DDR. Dat betekende: Duitse Democratische Republiek. Leg uit waarom mensen uit het Oostblok deze naam niet erg serieus namen.

Slide 7 - Open vraag

Bekijk de spotprent uit 1962 hiernaast. Links moet de Sovjet-Unie voorstellen, rechts de Verenigde Staten.

Leg met behulp van een bronelement uit of de wapenwedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie tot een veilig óf een onveilig gevoel leidde.
Een veilig / onveilig gevoel. Dat maak ik op uit...

Slide 8 - Open vraag

Maak de zinnen in orde door telkens het juiste woord te kiezen.

Tijdens de Koude Oorlog probeerden de meeste mensen weg te vluchten uit het _______________.
A
Oostblok.
B
Westblok.

Slide 9 - Quizvraag

Maak de zinnen in orde door telkens het juiste woord te kiezen.

De Berlijnse Muur werd gebouwd door de ____________________.
A
Amerikanen.
B
Communisten.

Slide 10 - Quizvraag

Maak de zinnen in orde door telkens het juiste woord te kiezen.

De Oostbloklanden verenigden zichzelf in de ______________________.
A
NAVO
B
het Warschaupact

Slide 11 - Quizvraag

Beoordeel de stellingen. Geef aan of ze juist of onjuist zijn.

De Marshallhulp was bestemd voor de Amerikanen.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Beoordeel de stellingen. Geef aan of ze juist of onjuist zijn.

De Marschallhulp was bedoeld voor de bouw van atoomwapens.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Beoordeel de stellingen. Geef aan of ze juist of onjuist zijn.

NAVO-landen beloven elkaar te helpen wanneer een lidstaat wordt aangevallen.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Beoordeel de stellingen. Geef aan of ze juist of onjuist zijn.

De NAVO is een economisch samenwerkingsverband.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Waarom kun je stellen dat de Koude Oorlog zich ook in Vietnam afspeelde? Kies het juiste antwoord.
A
Ook daar was een oorlog waarbij geen wapens gebruikt werden.
B
Ook daar was oorlog tussen het moederland en de vroegere kolonie.
C
Ook daar probeerden de Amerikanen het communisme te stoppen.
D
Ook daar werden muren gebouwd om mensen tegen te houden.

Slide 16 - Quizvraag

In Nederland ging men na een tijdje twijfelen aan de Vietnamoorlog. Waarom was dat zo? Sleep de twee juiste redenen naar de rode vakken.
De Vietnam-oorlog kostte Nederland te veel geld.
Het geweld waarmee de oorlog gepaard ging, zorgde voor onrust.
Het Nederlandse leger was nodig om te vechten in Europa.
Het plan om kernraketten in Nederland te zetten, ging mensen te ver.
Nederlanders begonnen de voordelen van het communisme te zien.
Nederlanders wilden hun vrijheid van menings-uiting terug.

Slide 17 - Sleepvraag

Bekijk de foto hiernaast over de val van de Berlijnse muur. Wat had ook een goed onderschrift bij deze foto kunnen zijn? Kies het juiste antwoord.
A
Het begin van de Koude Oorlog
B
Het communisme overwint
C
Het einde van de vrijemarkteconomie
D
Het IJzeren Gordijn doorbroken

Slide 18 - Quizvraag

Maak de zinnen in orde door telkens het juiste antwoord te omcirkelen.

In het jaar____ vond er een staatsgreep plaats in de Sovjet-Unie.
A
1989
B
1991

Slide 19 - Quizvraag

Maak de zinnen in orde door telkens het juiste antwoord te omcirkelen.

Deze werd gepleegd door de _________________________.
A
communisten.
B
Westbloklanden.

Slide 20 - Quizvraag

Maak de zinnen in orde door telkens het juiste antwoord te omcirkelen.

De staatsgreep was ____ succesvol.
A
niet
B
wel

Slide 21 - Quizvraag